Osteoporose, soms ook wel botontkalking genoemd, is een chronische aandoening van het skelet waarbij de botsterkte afneemt en de structuur van het bot verandert. Door deze veranderde botstructuur ontstaan gemakkelijk botbreuken, ofwel fracturen. Een fractuur is dan ook meestal het eerste signaal om te starten met nader onderzoek naar osteoporose. Er is een groot aantal risicofactoren voor het ontwikkelen van osteoporose:
- Leeftijd: hoe ouder, hoe groter het risico
- Leefstijl (weinig bewegen, roken, alcohol, voeding)
- Geslacht: vrouwen lopen dubbel zoveel risico
- Andere aandoeningen, vroege overgang, snel werkende schildklier
- Medicatie, zoals Prednison
- Laag vitamine D gehalte
Een aantal risicofactoren zijn moeilijk te beïnvloeden, maar voor veel patiënten is wel een belangrijke gezondheidswinst te behalen op het vlak van leefstijl, bijvoorbeeld door meer te gaan bewegen in het dagelijks leven, te stoppen met roken en alcohol en bij voeding rekening te houden met deze aandoening.
Momenteel zijn er ongeveer één miljoen mensen met osteoporose in Nederland. Dit aantal zal de komende jaren naar verwachting stijgen naar ruim 1,3 miljoen mensen.
Bij de behandeling van osteoporose is het doel achteruitgang en een fractuur voorkomen. Voor een effectieve behandeling wordt vaak gekozen voor een combinatie van medicatie, voeding en beweegzorg. Deze combinatie vraagt om interdisciplinaire samenwerking tussen zorgverleners. Ook bij een botbreuk is deze combinatie effectief. De huisarts of de specialist in het ziekenhuis neemt doorgaans het initiatief voor de behandeling.
Een Chronisch ZorgNet therapeut met de specialisatie Osteoporose, vallen en breken, richt de behandeling op meer en veilig bewegen, een betere balans, een grotere botbelasting, het fractuurrisico verlagen en leefstijlbegeleiding.
Bij de start van de behandeling wordt een valrisico-analyse gemaakt. Fracturen worden meestal veroorzaakt door een val. Aan de hand van de analyse kan bekeken worden hoe het valrisico verkleind kan worden, bijvoorbeeld met behulp van een valpreventietraining, balansoefeningen of het versterken van bepaalde spieren.
De valrisico-inschatting zorgt voor een goede basis van het persoonsgerichte beweeg- en leefstijlbegeleiding. De therapeut stelt hiervoor samen met de patiënt een plan op dat goed past bij de persoonlijke voorkeuren van de patiënt. Veilig en meer bewegen zijn daarbij belangrijk, net als een gezonde leefstijl, en worden zoveel mogelijk geïntegreerd in het dagelijks leven van de patiënt. Dit helpt niet alleen fracturen te voorkomen, maar zorgt er ook voor dat een patiënt actief en langer mobiel blijft.